Enkele audioteksten
Verdwaalde verhalen
Verdwaalde verhalen vliegen als stof door de straten.
Onzichtbaar.
Oudere, gerijpte verhalen worden kleverig en hangen aan de muren,
muren van huizen, stadsmuren, tuinmuren
een dun vlies onzichtbaar.
Je wandelt door de straten.
Met je handen strijk je langs de muren
je vingers gekromd
krassend.
’s Avonds haal je het geel vanonder je nagels
een mengeling van verhalen die je op een lepel verwarmt tot ze vloeibaar worden.
Kantel de lepel in een glas koud water
het gele stolt en komt aan de oppervlakte drijven.
Bekijk die vorm
ze vertelt iets over jou
over je verleden
je toekomst.
Haal de vorm uit het glas, leg ze op je tong.
Ze smelt
het speeksel wordt bitter
de pupillen groter.
Je glijdt langzaam een droom binnen.
Het plein fluisterde
Woorden werden zichtbaar in de stenen
alsof ze van onder naar boven gedrukt werden
over het gehele plein
we hadden schrik
schrik voor de inhoud.
“Misschien kent de straat geen leugens?”
“Wat als deze woorden waarheden bevatten?”
“We zouden ons geloof kunnen kwijtspelen.”
“De economie zou in elkaar vallen.”
“We zouden elkaar niet meer in de ogen durven kijken.”
“We hebben zwarte verf nodig!”, roept iemand die stilaan begon te begrijpen wat woorden kunnen betekenen.
“Of vers pek! We moeten de straten opnieuw pekken!”
“Haal de kinderen van de straat!”
“Zorg dat ze niet naar buiten kunnen kijken”
“Vanwaar komen die woorden? Wie heeft ze geschreven? “
De gesprekken verspreidden zich over de stad. Even snel als er woorden in de straatstenen verschenen.
“Zolang de woorden geen zinnen vormen, kan het misschien geen kwaad”, werd er gefezeld.
“Misschien kunnen we zelf zinnen vormen en woorden bijschilderen?”
“We maken onze eigen verhalen!”
En we maakten onze eigen verhalen.
Verhalen die ons geruststelde.
In geen tijd stond iedereen op het plein met een verfborstel in de hand en een witte verfemmer in de andere.
Als gekken schilderde we de stad vol.
Werkwoorden, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, eigennamen, ...
‘s Anderendaags waren alle woorden in de stenen verdwenen.
Het enige wat overbleef waren woorden in witte verf.
Iedereen keek verschrikt uit het raam. De handen voor de ogen van de kinderen die konden lezen.
Onze woorden vormden zinnen.
Zinnen die onze verlangens uitdrukten.
Zinnen die de extreemste fantasieën beschreven.
Zinnen die zo hard de waarheid probeerden te verstoppen, dat ze zelf de waarheid werden.
Verfemmers werden leeggegoten en met water gevuld.
We kwamen op de straat met schuurborstels.
We probeerden elkaar niet aan te kijken.
We probeerden niet te lezen wat we geschreven hadden.
Gedachten
Zoals je je lichaam in mals gras drukt
leg je je op een gepekte straat met de armen open kijkend naar dezelfde wolken.
Zijn het dezelfde gedachten die voorbijdrijven?
WaterMen zegt dat een stad niet leefbaar is zonder water.
In lege dagen staan we aan de rand van het kanaal, mijmerend
onszelf verliezend
in die transparante massa
een duik naar beneden
in gedachten
vloeibaar geworden
we laten onze verhalen los
onze ideeën
onze emoties
onze geheimen.
Zwevend
gewichtloos tussen droom en werkelijkheid.
Zo vinden we onszelf uren later terug met de handen in de nek.
Wanneer onze gedachten het wateroppervlakte raken lichten ze op in duizenden, miljoenen lichtjes.
Normaal stoot het water verhalen af.
Maar enkelen kunnen zich door het oppervlakte dringen en blijven jaren, soms eeuwen, verborgen in de donkerste hoeken.
Dan opeens, zonder reden, stijgen ze als luchtbellen omhoog.
Later wordt dat water opgezogen
gefilterd en getransporteerd door buizen
tot het in de woonkamers uit kranen zal stromen
om groenten te wassen
koffie te zetten
hete baden
verdampt met geurige oliën.
Chemicaliën zoals chloor zijn toegevoegd
microben kunnen niet overleven.
Maar de verhalen blijven
ze zijn gevangen in de H2O molecule. Die ene atoom zuurstof draagt onze gerijpte verborgen mijmeringen.
Een magisch onuitspreekbaar gevoel nestelt zich in onze magen bij het drinken van zulke verhalen. Het geeft je een gevoel dat je iets begrijpt maar je weet niet precies wat.
Is het daarom dat water één van de belangrijkste levensmiddelen is?